TWENTSE TAAL

 

Mijn ouders spraken thuis Twents tegen elkaar. Daar was ik vroeger niet bepaald trots op. Toch pikte ik er als

taalgevoelig kind veel van op. Met de jaren ben ik het Twents steeds meer gaan waarderen. Niet alleen omdat ik

een trotse Tukker ben. Met onze prachtige streektaal kun je zoveel meer gevoel en kracht leggen in datgene wat je

zegt of schrijft. Daarom ben ik dol op Twentse uitdrukkingen en het maken van gedichten in het dialect. 

Mijn vader zou hebben gezegd: 'Ie möt ma doon wa'j nich loaten könt!'

 

Inmiddels schrijf ik voor de Bodbreef. Dat is het kwartaalblad van 'n Kreenk vuur de Twentse Sproak. Voor de

zomer-editie heb ik een familieverhaal geschreven over mijn vader: groot Ajaxfan (nou niet afhaken, hoor) én een

gedicht over de Ossendiek: de alternatieve hoofdstraat in Bornerbroek. Vast herkenbaar voor mijn dorpsgenoten.

Uiteraard zijn beide stukken geschreven in het Twents.